Als je spreekt van Japanse cinema dan zijn er misschien drie woorden die je te binnen schieten: Ghibli, Godzilla en Kurosawa. Als één van de grote drie regisseurs van naoorlogs Japan (Kurosawa, Ozu en Mizoguchi) is Akira Kurosawa verreweg de bekendste en de meest invloedrijke van de drie. Zijn werk leent veel van Hollywood actieavonturenfilms, maar is nog steeds zwaar doordrenkt met Japanse cultuur. De films van Kurosawa sloegen een brug tussen oost en west en inspireerden generaties aan filmmakers, van Steven Spielberg tot Stanley Kubrick… van Ingmar Bergman tot Hayao Miyazaki. En nu verschillende bioscopen deze zomer een selectie aan Kurosawa films tonen deel ik hier mijn lijst van de essentiële Kurosawa films die je zou moeten zien.
10. The Hidden Fortress | Kakushi Toride no San Akunin (1958)
Twee schooiers raken betrokken bij een oorlog tussen twee clans, in de hoop om goudvoorraden te vinden. Onderweg ontmoeten ze twee vreemdelingen, zonder te weten dat het gaat om een prinses en generaal uit de Akizuki clan.
The Hidden Fortress is een spannende en ook zeer grappige avonturenfilm. Het was een geniaal idee om het conflict tussen twee clans te vertellen vanuit het perspectief van twee boeren, die geen enkel besef hebben van de politieke situatie. Het is alsof je een film als The Lord of the Rings zou maken, met The Dude uit The Big Lebowski in de hoofdrol. Als je wilt weten welke film George Lucas heeft gebruikt als blauwdruk voor de eerste Star Wars (1977) film dan is The Hidden Fortress zeker een aanrader. Een andere reden om het te zien is het fantastische speer duel tussen generaal Rokurota (Toshiro Mifune) en generaal Hyoe.
9. Throne of Blood | Kumonosu-jō (1957)
Onder tijdgenoten werd Kurosawa vaak gezien als een van de meest westerse filmmakers uit Japan. Dat had waarschijnlijk veel te maken met dat hij van de beste verhalen uit het westen leende. Throne of Blood is niets meer dan een zeer trouwe adaptatie van het William Shakespeare toneelstuk Macbeth. Een samoeraikrijger ontmoet een geest in het bos en krijgt verschillende voorspellingen, zoals dat hij de opvolger van zijn meester zal worden. Zijn grenzeloze ambitie spoort hem aan om verschillende moorden te plegen om de voorspellingen waar te maken, wat hem leidt tot een pad van zelfvernietiging.
Ondanks dat het verhaal van middeleeuws Schotland naar feodaal Japan is verplaatst wordt het nog altijd gezien als een van de beste Macbeth verfilmingen. Dat deze film niet tot Kurosawa’s beste werk wordt gerekend komt denk ik doordat het niet eens zijn beste Shakespeare adaptatie is (zie de rest van dit lijstje). Het blijft hoe dan ook een klassieker. De climax waarin Toshiro Mifune een regen aan pijlen ontwijkt, geschoten door ervaren boogschutters, is een stunt die er nog steeds gevaarlijk uitziet.
8. Kagemusha | Shadow Warrior (1980)
Kurosawa noemde Kagemusha ooit een generale repetitie voor zijn latere epos Ran. Na een lange dip in zijn carrière waren het George Lucas en Francis Ford Coppola die Kurosawa hielpen om zijn volgende film te financieren. En hoewel Kagemusha bedoeld was als een opstapje naar een belangrijkere film vertelt het zeker een verhaal dat op zichzelf staat. Een gearresteerde dief blijkt bijzonder veel te lijken op de krijgsheer Takeda Shingen. Shingens volgelingen besluiten de man daarom in te zetten als een dubbelganger, zelfs nadat hun heer komt te overlijden.
Kagemusha combineert een De prins en de bedelaar-achtig verhaal met historische fictie. Het maakt gebruik van echte personages, en gebeurtenissen die Japan als land hebben gevormd. En net als in The Hidden Fortress wordt het verhaal hier verteld vanuit de ogen van een van de laagste mensen op de sociale ladder.
Een ander leuk feitje is dat dit een van de weinige mainstream films is met realistische ninja’s. Het zijn niet de zwartgeklede superkrijgers zoals we ze in anime zien, maar slechts onopvallende spionnen.
7. Stray Dog | Nora inu (1949)
De revolver van een onervaren politieagent wordt gestolen. In een zoektocht door Tokio probeert de agent de dader te vangen voordat er meer misdaden gepleegd worden met het wapen. In de oppervlakte is Stray Dog een buddy cop film en een vroege collaboratie tussen Kurosawa en zijn bekendste acteurs: Toshiro Mifune en Takashi Shimura. De film is echter ook een weerspiegeling van naoorlogs Japan, met thema’s als armoede in tijden van economisch herstel. Ook een centraal thema is de strijd tussen traditionele Japanse waarden en de verwestering van het land. Een belangrijke scène speelt zich ook af tijdens een honkbalwedstrijd, een sport die nu een grote rol speelt in Japanse cultuur.
6. Ikiru | To Live (1952)
Waarschijnlijk de meest filosofische film uit Kurosawa’s oeuvre, hoewel er weinig subtiliteit zit in de boodschap. De titel Ikiru verwijst naar wat het betekent om te leven. Wanneer een ambtenaar ontdekt dat hij kanker heeft is doodgaan niet hetgeen wat hij het meest vreest. Hij realiseert zich dat hij na een carrière van 30 jaar niks waardevols gepresteerd heeft, wat leidt tot een diepe depressie en uiteindelijk een missie om zijn laatste maanden betekenis te geven. Takashi Shimura, die slechts 47 jaar oud was, speelt als oude man hier zijn sterkste rol. Het hoogtepunt van de film is wanneer hij zijn pijn uit door mee te zingen met de pianist van een nachtclub. De toon van de film is echter niet geheel melancholisch. Het verhaal is ook een sterke satirische sneer richting bureaucraten die aangewezen zijn om de maatschappij te dienen, maar zich liever verbergen achter papierwerk dan zinvol werk te verrichten.
De Britse remake Living (2022) is ook een zeer geslaagde film, vooral vanwege Bill Nighy’s hoofdrol. Het plot is echter bijna één-op-één hetzelfde als Ikiru, wat alleen maar laat zien hoe goed Ikiru de tand des tijds heeft doorstaan.
5. Rashomon | Rashōmon (1950)
In Japan was deze film nogal polariserend bij de première, deels omdat het niet “Japans genoeg” zou zijn. Nu is het makkelijk te onderschatten hoe belangrijk Rashomon is geweest voor Japanse cinema. Niet alleen leidde de film tot Kurosawa’s internationale doorbraak, het “Rashomon effect” is ook een begrip geworden. Het is een populaire truc onder scenarioschrijvers, waarbij we verschillende perspectieven van een verhaal zien door de ogen van onbetrouwbare vertellers. Een priester en een houthakker vertellen het verhaal van de moord op een samoerai en de verkrachting van een vrouw in het bos. Het is een misdaad met verschillende getuigen, maar elk van hen lijkt iets te verbergen te hebben.
Historische Japanse drama’s, of Jidaigeki, werden in de oorlogsjaren door de Japanse overheid veelal gebruikt voor nationalistische propaganda, en later zou dit genre wegens Amerikaanse censuur grotendeels verboden worden. Rashomon is een vroeg voorbeeld van een naoorlogse Jidaigeki film die met een kritische lens kijkt naar het verleden van Japan. De mythe van de samoerai erecode wordt op een bijna satirische manier weergegeven, vooral als je ziet hoe slecht vrouwen in die maatschappij werden behandeld. Sommige filmhistorici interpreteren dit verhaal ook als een allegorie voor Japans verlies van Wereldoorlog II, en hoe de geschiedenis herschreven kan worden om het imago van een land te beschermen. Het is denk ik veel universeler dan dat. Mogelijk heb je ook ruzies gehad op de basisschool en vertelde elke jongen zijn eigen versie van het verhaal tegen de juf, om er maar gunstiger uit te komen. Maar ik denk dat die universele thema’s hetgeen zijn wat deze film zo aantrekkelijk maakte buiten Japan.
4. High and Low | Tengoku to Jigoku (1963)
Wat van High and Low meer maakt dan een simpele misdaadthriller is de onderliggende boodschap over sociale klassen. Een succesvolle zakenman geniet een comfortabel leven in zijn villa op een heuvel, waar hij letterlijk neer kan kijken op de krottenwijken van de stad. Via een anoniem telefoontje leert hij dat de zoon van zijn chauffeur is ontvoerd. De mysterieuze kidnapper had het eigenlijk gemunt op het kind van de miljonair, tegen wie hij een persoonlijke vendetta lijkt te hebben.
In augustus zien we Spike Lee’s interpretatie Highest 2 Lowest in bioscopen verschijnen. Het origineel voelt hoe dan ook nog steeds als een zeer modern detectiveverhaal, dat ook zonder zijn sociale commentaar zeer vermakelijk is. Het hoogtepunt is de achtervolging van de boef, gevolgd door zijn confrontatie met de miljonair op het politiebureau. Matt Reeves citeerde Kurosawa als inspiratie voor zijn superheldenfilm The Batman (2022). Hij moet haast wel de climax van High and Low in gedachten hebben gehad bij het regisseren van de politie ondervragingsscene in zijn film.
3. Yojimbo | Bodyguard (1961)
Het verhaal speelt zich af in de laatste jaren van het Edo tijdperk, voordat Japan overging van een feodale naar een moderne industriële samenleving. Een meesterloze samoerai, of rōnin, zwerft door niemandsland en stuit op een dorp beheerd door twee gewetenloze Yakuza bendes. Uit verveling verhuurt de samoerai zonder naam zijn zwaardvaardigheden aan de hoogste bidder, dit met het doel om de twee groepen tegen elkaar uit te spelen en een kopje kleiner te maken.
Yojimbo is in veel opzichten de leukste film van Akira Kurosawa. Dit is ook de film die ik zou aanraden om mee te beginnen. Laat het feit dat het een zwart-wit film is niemand afschrikken. Het voelt aan als een hele modern actiefilm met zijn snelle tempo en gebruik van widescreen. De bombastische soundtrack is ook zeer aanstekelijk, met een mengsel van traditionele Japanse instrumenten en een jazz bigband.
In feite is het een Japanse western, met veel zwaard-en-revolver actie en een zeer cynisch gevoel voor humor. Toshiro Mifune speelt een supersamoerai die Yakuza bendeleden neermaait alsof het ongedierte zijn. Dit personage is de blauwdruk voor het moderne samoerai archetype, maar ook voor de eenzame cowboy zoals we hem nu kennen van Clint Eastwood films. Het is algemeen bekend dat Yojimbo voor meerdere remakes heeft gezorgd, waaronder Segio Leone’s A Fistful of Dollars (1964), de film die de Spaghetti Western zijn stijl en identiteit gaf. Fistful is op zichzelf een film die ik eindeloos kan blijven kijken. Maar het werk van een jonge en onervaren Leone is uiteindelijk niet te vergelijken met Kurosawa op zijn sterkst.
2. Seven Samurai | Shichinin no Samurai (1954)
Hier heb je een titel die je vaak voorbij ziet komen in lijstjes van beste films allertijden. Hoe goed kan deze film dan werkelijk zijn? Wat Seven Samurai voor mij speciaal maakt is dat het alle kenmerken heeft van een historisch epos, maar het voelt veel meer aan als een intieme karakterfilm.
Een boerendorpje wordt elk jaar geplunderd door een groep bandieten. De oogst en de vrouwen worden geroofd terwijl de dorpelingen enkel toe kunnen kijken. Daarom huren ze zeven samoerai in om terug te vechten. De opzet van het verhaal is super simpel. Dat is te zien aan de ontelbaar aantal keren dat andere filmmakers dit idee hebben hergebruikt. Denk aan de western remake The Magnificent Seven (1960), de Pixar animatiefilm A Bug’s Life (1998) of een aflevering van The Mandalorian (2019). Er is echter nog altijd geen één-op-één remake van deze film gemaakt, en ik denk niet dat er filmmakers zijn die het zouden aandurven om hun film Seven Samurai te noemen. Wat Seven Samurai met kop en schouders doet uitsteken boven The Magnificent Seven zijn de kleine karakter nuances, en het commentaar op het kastensysteem van Japan. Hoewel de boeren de samoerai nodig hebben voor de toekomst van hun dorp is de relatie ook sterk gespannen, aangezien de samoerai als de hogere klasse net zo’n bedreiging zouden kunnen vormen als de bandieten. Het hart van deze film is daarom te vinden in Toshiro Mifune’s personage Kikuchiyo, een boerenzoon die de identiteit van een samoerai heeft aangenomen.
En ik blijf het zeggen, maar Seven Samurai is ook weer een hele moderne actiefilm, met het gebruik van zoomlenzen, slow-motion en dramatisch regen. Voor mij was dit de film die mijn laatste vooroordelen tegen zwart-wit films volledig afbrak.
Eervolle vermelding: Dreams | Yume (1990)
Als een van de laatste films uit zijn carrière is Dreams niet een film met een conventioneel verhaal. Het gaat om een anthologiefilm gebaseerd op de dromen die Kurosawa gedurende zijn leven heeft gehad. We zien hoe Akira als klein kind op een bruiloft van antropomorfe vossen stuit. En in een bezoek aan een museum stapt hij in een schilderij om op zoek te gaan naar Vincent van Gogh (gespeeld door Martin Scorsese). Net als bij de dromen van de meeste mensen hebben deze verhalen weinig logica. Van alle Kurosawa films is dit daarom degene die je het meest kunt zien als een ‘kunstfilm’. Kurosawa was een ervaren schilder. En ondanks dat hij aan het einde van zijn leven bijna blind was ziet elke frame uit deze film eruit als een schilderij.
1. Ran | Chaos (1985)
Sommige oude filmmakers weten hun carrière af te sluiten met één ambitieus passieproject. Ran was Kurosawa’s laatste epos. Geïnspireerd op de Japanse legende van de drie pijlen. Een krijgsheer geeft zijn drie zoons pijlen en vraagt hen om die te breken. Eén pijl gaat makkelijk, maar niet drie gebundeld. Dit is een wijze les waarmee hij zijn kinderen leert om samen te werken. Maar wat nou als de zoons corrupt zijn? Die vraag beantwoordt Kurosawa door dit verhaal te mengen met King Lear van William Shakespeare. De heer Hidetora vindt na decennia het land te hebben geregeerd met de ijzeren vuist dat het tijd is om zijn macht over te dragen. Wat hij niet begrijpt is dat zijn relatie met zijn zoons niet gebaseerd is op liefde. Het duurt niet lang voordat zijn zoons hem en elkaar uit de weg proberen te ruimen.
Ran is waarschijnlijk de bloedigste en ook meest pessimistische film uit Kurosawa’s oeuvre, wat waarschijnlijk een weerspiegeling is van hoe hij in zijn latere jaren keek naar de mensheid en oorlogen. Dat is ook terug te horen in de krachtige monoloog van het personage Tango: “Het zijn de goden die huilen. Ze zien ons elkaar steeds weer doden sinds het begin der tijden. Ze kunnen ons niet van onszelf redden.”. In tegenstelling tot de sombere toon is Ran visueel een van de mooiste films die ik ooit heb gezien. De sets en landschappen zijn vaak zwart, alsof ze bedekt zijn met houtskool, en dit contrasteert sterk met de kleurvolle kostuums van de personages. De titel Ran is te vertalen naar chaos, en georganiseerde chaos is wat we zien in de veldslagen. In de scene waarin Hidetora in een hinderlaag wordt gelokt in een brandend kasteel zijn het de rode en gele vlaggen van de samoerailegers die onze ogen door het scherm leiden. Hoewel Kurosawa al weinig zichtvermogen had is het duidelijk hoe sterk hij deze film in zijn hoofd had. Om zijn visie waar te maken schilderde hij de storyboards.
Voor mij is dit niet alleen de beste Kurosawa film, het is één van mijn tien favoriete films. Als je deze zomer een groots spektakel op het witte doek wilt zien dan is Ran de perfecte film daarvoor.
Sandro Algra
Blijf op de hoogte
Wil je de hele week op de hoogte gehouden worden van het laatste entertainment nieuws? Volg ons dan op Facebook, Instagram en Twitter. Zo ontvang jij als eerste het laatste nieuws!